Gedeeltelijke toewijzing verzoek pensioenfonds om stukken Achmea
Geschil tussen bedrijfspensioenfonds Rijn- en binnenvaart en Achmea over onbetaald gelaten facturen in verband met twijfel over juistheid facturen Achmea. De rechtbank heeft geoordeeld dat uit hetgeen het Fonds naar voren heeft gebracht niet volgt dat het te veel (en dus onverschuldigd) heeft betaald en dat uit de door het Fonds in het geding gebrachte stukken niet blijkt dat er specifieke bedragen ten onrechte in rekening zijn gebracht. Het Fonds is tegen dit eindvonnis in hoger beroep gekomen. In dit incident vordert het Fonds op grond van artikel 843a Rv, samengevat, afschrift van of inzage in (I) de urenstaten die zien op de door Achmea voor het Fonds in de jaren 2014, 2015 en 2016 verrichte werkzaamheden, en (II) de uren die zien op de door Achmea voor het Fonds in die jaren verrichte werkzaamheden die uiteindelijk zijn vastgesteld in SAP CATS. Naar het oordeel van het hof heeft het Fonds een rechtmatig belang bij haar vordering. De SAP CATS over de jaren 2014, 2015 en 2016 houden namelijk rechtstreeks verband met de vordering uit onverschuldigde betaling die het Fonds op Achmea stelt te hebben, zijn relevant voor de bewijspositie van het Fonds en liggen exclusief in het domein van zijn voormalig opdrachtnemer Achmea. Al met al heeft het Fonds voldoende onderbouwd dat het enkel en alleen met de gevorderde inzage in staat is vast te stellen of Achmea bepaalde specifieke uren ten onrechte bij hem in rekening heeft gebracht, en zo ja welke uren. Het hof wijst de vordering gedeeltelijk toe.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-01-2021