Eenzijdige wijziging middelloonregeling naar premieovereenkomst
Dit geschil gaat over de vraag of de eenzijdige wijziging van de middelloonregeling. Bij de belangenafweging wordt het gewicht van de belangen van de werkgever bij het doorvoeren van de wijziging mede bepaald door het gewicht van de belangen van de werknemer die daartegenover staan. Het gaat hierbij niet om een onaanvaardbaarheidstoets, maar om een strenge redelijkheidstoets. Al met al is de kantonrechter van oordeel dat het belang van werkgever bij wijziging van de pensioenregeling, ten opzichte van het belang van eisers bij ongewijzigde instandhouding van de pensioenregeling, zodanig zwaarwichtig is, dat het belang van eisers op gronden van redelijkheid en billijkheid moet wijken voor het belang van werkgever. Daarvoor zijn – kort gezegd – de volgende omstandigheden redengevend: de kosten van de middelloonregeling werden buitenproportioneel hoog, ook vertegenwoordigers van werknemer waren het erover eens dat de pensioenregeling veranderd moest worden en zijn bij de onderhandelingen betrokken geweest, het extra risico dat de nieuwe pensioenregeling behelst, is relatief en de werknemers zijn op verschillende, adequate manieren gecompenseerd voor de wijziging en het extra risico.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Tilburg), 25-10-2023