Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.556 resultaten

Rechtspraak

PR 2020-0187

Eenzijdige wijziging pensioenovereenkomst door AFM deels rechtsgeldig, wijziging onvoorwaardelijke indexatie en wijziging uitvoeringsovereenkomst niet

AFM wijzigt eenzijdig de pensioenovereenkomst met werknemers. Er ontstaat een geschil over de rechtsgeldigheid van die eenzijdige wijziging van pensioenovereenkomst en uitvoeringsovereenkomst. Het hof verklaart voor recht dat de eenzijdige wijziging door AFM van de Pensioenregeling 2014 naar de Pensioenregeling 2016 niet rechtsgeldig is geweest voor zover die wijziging betrekking heeft op de premiesystematiek op basis van premiedemping, op de maximering van de bijdrage van AFM in de uitvoeringskosten en op de beëindiging van de onvoorwaardelijke indexatie van de tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken, en daarmee in zoverre geen rechtsgevolg heeft gehad. Tevens verklaart het hof voor recht dat de wijziging van Pensioenovereenkomst 2014 nietig is voor wat betreft de afschaffing van de onvoorwaardelijke indexatie van tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken. De wijziging van de Uitvoeringsovereenkomst 2014 is nietig voor wat betreft de afschaffing van de herstelpremieopslag van 10% van de premie, de vergoeding van de werkelijke uitvoeringskosten die zijn toe te rekenen aan de tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken en de verplichting om de extra last voor het pensioenfonds als gevolg van grondslagwijzigingen (anders dan ten gevolge van wijzigingen in de rekenrente) te vergoeden die zijn toe te rekenen aan de voor 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken. Voor de overige onderdelen van de eenzijdige wijziging had AFM volgens het hof een voldoende zwaarwichtig belang.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 03-11-2020

Rechtspraak

PR 2020-0186

Eenzijdige wijziging pensioenovereenkomst door AFM deels rechtsgeldig, wijziging onvoorwaardelijke indexatie en wijziging uitvoeringsovereenkomst niet

AFM wijzigt eenzijdig de pensioenovereenkomst met werknemers. Er ontstaat een geschil over de rechtsgeldigheid van die eenzijdige wijziging van de pensioenovereenkomst en uitvoeringsovereenkomst. Het hof verklaart voor recht dat de eenzijdige wijziging door AFM van de Pensioenregeling 2014 naar de Pensioenregeling 2016 niet rechtsgeldig is geweest voor zover die wijziging betrekking heeft op de premiesystematiek op basis van premiedemping, op de maximering van de bijdrage van AFM in de uitvoeringskosten en op de beëindiging van de onvoorwaardelijke indexatie van de tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken, en daarmee in zoverre geen rechtsgevolg heeft gehad. Tevens verklaart het hof voor recht dat de wijziging van Pensioenovereenkomst 2014 nietig is voor wat betreft de afschaffing van de onvoorwaardelijke indexatie van tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken. De wijziging van de Uitvoeringsovereenkomst 2014 is nietig voor wat betreft de afschaffing van de herstelpremieopslag van 10% van de premie, de vergoeding van de werkelijke uitvoeringskosten die zijn toe te rekenen aan de tot 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken en de verplichting om de extra last voor het pensioenfonds als gevolg van grondslagwijzigingen (anders dan ten gevolge van wijzigingen in de rekenrente) te vergoeden die zijn toe te rekenen aan de voor 1 januari 2016 opgebouwde pensioenaanspraken. Voor de overige onderdelen van de eenzijdige wijziging had AFM volgens het hof een voldoende zwaarwichtig belang.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 03-11-2020