Werknemer heeft voldoende belang bij oordeel over onderbrenging pensioenverzekering door werkgever
Geschil over nakoming pensioenovereenkomst. Pensioenovereenkomst met defined benefit-regeling is overgenomen door RBC. Deze had pensioenverzekeringsovereenkomsten afgesloten met Ennia, waaronder een DB-polis voor werknemer. Ennia maakt de aanspraken over aan RBC. Vervolgens ontstaat een procedure tussen RBC en Ennia over de vraag of het DB-plan bij Ennia had moeten blijven. Het gerecht oordeelt van niet, hoger beroep loopt. De werknemer verzoekt de rechter om RBC te bevelen het pensioen te verzekeren en onder te brengen. Het gerecht oordeelde dat werknemer daarbij geen belang had omdat RBC bereid was om zolang de procedure met Ennia loopt, de pensioenaanspraken te garanderen via een bankgarantie. Het gemeenschappelijk Hof oordeelt dat werknemer voldoende belang heeft. Het beroep van RBC op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid gaat op. Het Hof acht, zolang er geen onherroepelijke uitspraak is in het geding tussen RBC en Ennia, het afdwingen van nakoming van de verzekeringsverplichting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 29-06-2021