Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.569 resultaten

Rechtspraak

PR 2023-0004

Uitleg overrentedeling bij verzekeraar, vordering schadevergoeding verjaard.

Het gaat in deze procedure om de vraag welke rechten Oude Reimer B.V. en haar werknemers kunnen ontlenen aan de collectieve pensioenverzekering die Oude Reimer B.V. vanaf 1996 bij Centraal Beheer, de rechtsvoorgangster van Achmea, heeft afgesloten. Het hof heeft in het laatste tussenarrest een groot aantal beslissingen gegeven over de primaire vorderingen die Oude Reimer c.s. heeft ingesteld en partijen de gelegenheid gegeven zich uit te laten over hun belangen bij de vorderingen (inclusief die in het incidenteel hoger beroep) na die beslissingen. Het hof heeft in het tussenarrest van 14 september 2021 de door Oude Reimer c.s. bepleite uitleg van de overrentedelingsregeling verworpen. Het hof heeft in het tussenarrest ten aanzien van de subsidiaire vordering tot schadevergoeding beslist dat Achmea haar informatieplicht heeft geschonden en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aannemelijkheid en hoogte van de daardoor door Oude Reimer c.s. geleden schade. Het hof zal ten aanzien van enkele door Oude Reimer c.s. opgeworpen punten het tussenarrest aanvullen en verbeteren (onder I). Dit leidt er echter niet toe dat het hof terugkomt op eerder genomen beslissingen. Het hof beslist dat de vorderingen van Oude Reimer c.s. worden afgewezen. Het hof oordeelt onder meer dat de grondslagen voor vernietiging en schadevergoeding zijn verjaard.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 06-12-2022

Rechtspraak

PR 2023-0001

Beroepsaansprakelijkheid pensioenadviseur Aon voor waardeoverdracht naar beleggingsverzekering: schending zorgplicht.

Geschil tussen cliënt en pensioenadviseur Aon over advies om collectief pensioen om te zetten in beleggingsverzekering (C-polis). Op advies van Aon heeft waardeoverdracht plaatsgevonden. Beroepsaansprakelijkheid pensioenadviseur voor advies om kapitaal gegarandeerd pensioen in te brengen in beleggingsverzekering. Het kapitaal is op de pensioendatum aangewend voor de aankoop van een (in beginsel) vast ouderdomspensioen van € 14.959 bruto per jaar. Dit is lager dan het oorspronkelijke gegarandeerde pensioen van nominaal € 32.890 bruto per jaar. De rechtbank heeft voor recht verklaard dat Aon aansprakelijk is voor de pensioenschade en haar veroordeeld tot betaling van schadevergoeding. Het hof heef de vorderingen van de cliënt afgewezen. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof over het beleggingsrisico niet onbegrijpelijk is. Wat de rekenrente betreft, heeft het hof in zijn tussenarrest geoordeeld dat Aon de cliënt duidelijk had moeten waarschuwen voor het risico van een dalende rente. Het hof heeft daarbij meegewogen dat de rentestand een van de belangrijkste factoren is die de hoogte bepalen van het met het opgebouwde kapitaal aan te kopen pensioen, en dat de cliënt het risico hiervan niet kende of behoorde te kennen. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. De cliënt moest bij zijn beslissing over het aangaan van de beleggingsverzekering de kans op een hoger pensioen dan het gegarandeerde pensioen afwegen tegen het risico van een slechtere uitkomst. Voor deze afweging is niet alleen van belang tot welk bedrag de cliënt het risico van een slechtere uitkomst dan het gegarandeerde pensioen wilde accepteren, maar ook hoe groot hij de kans inschatte dat het pensioen op dat bedrag zou kunnen uitkomen of – meer algemeen – zou kunnen uitkomen op een lager bedrag dan het gegarandeerde pensioen. Voor die inschatting is relevant dat het pensioen dat uit de beleggingsverzekering zou resulteren, niet uitsluitend afhing van het beleggingsrisico, maar mede van het rekenrenterisico. De uitkomst werd door de combinatie van deze risico’s immers onzekerder. Daarbij komt dat het rekenrenterisico, anders dan het beleggingsrisico, niet door een garantie was beperkt. Een en ander heeft het hof niet kenbaar betrokken in zijn oordeel. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 april 2021 en verwijst het geding naar het gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing.
Hoge Raad, 16-12-2022

Rechtspraak

PR 2022-0204

Verevening buitenlands pensioen: beoordeling buitenlandse pensioenregeling als oudedagsvoorziening.

Na echtscheiding is er geschil over onder meer de verevening van het buitenlands pensioen. Het hof oordeelt dat Nederlands recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van partijen. Dat brengt met zich dat het door de man opgebouwde ouderdomspensioen op grond van artikel 10:51 BW in beginsel verevend moet worden. Bij de beoordeling van de vraag of de buitenlandse regeling voorziet in een pensioen waarop de WVPS van toepassing is (een ouderdomspensioen in de zin van art. 1 lid 1 onder d WVPS), dienen dezelfde (materiële) criteria te worden gehanteerd als voor een ouderdomspensioen ingevolge een Nederlandse pensioenregeling. Beslissend in dit verband is of de buitenlandse pensioenregeling in de context van het maatschappelijke leven in het desbetreffende land een functie vervult die in voldoende mate overeenstemt met de functie van de Nederlandse pensioenregelingen waarop de WVPS van toepassing is, te weten: oudedagsvoorziening. Naar het oordeel van hof is dat genoegzaam gebleken. De vrouw heeft onweersproken gesteld dat er sprake is van stortingen door de werkgever, dat die stortingen gekoppeld zijn aan de arbeidsverhouding en bedoeld zijn voor de opbouw van pensioenrechten. Verevening van een buitenlands ouderdomspensioen vindt niet plaats in de vorm van een rechtstreekse aanspraak van de echtgenoot op het uitvoeringsorgaan maar in de vorm van een aanspraak op de andere echtgenoot.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-11-2022