Verhoging premie leidt niet tot verhoging garantie pensioenverzekering op einddatum
Geschil over de uitleg van een pensioenverzekering voor een werknemer met een garantieclausule. Eiseres stelt zich – kort samengevat – op het standpunt stelt dat het garantierendement van 3,5% per jaar van toepassing is op alle ingelegde premies. Scildon stelt zich op het standpunt dat een verhoging van de ingelegde premie niet leidt tot een verhoging van de garantie op de einddatum. Het KIFID heeft de klacht van werknemer gegrond verklaard. De kantonrechter komt met toepassing van de geobjectiveerde uitlegnorm tot een ander oordeel dan het KiFiD. Gezien de verwijzing in de garantieclausule naar de gehele vooraf overeengekomen duur van de premiebetaling, ligt het naar het oordeel van de kantonrechter voor de hand dat premieverhogingen alleen tot een hogere garantie kunnen leiden als deze gedurende de gehele looptijd van de verzekeringsovereenkomst (34 jaar) zijn ingelegd. De premieverhogingen die na 2002 zijn doorgevoerd voldoen echter niet aan deze voorwaarde. De uitleg die eiseres aan de clausule geeft, zou tot het onaannemelijke resultaat leiden dat ook een premieverhoging die vlak voor het einde van de looptijd van de verzekeringsovereenkomst wordt doorgevoerd en die daardoor nauwelijks heeft kunnen renderen, tot een verhoging van de garantie op de einddatum zou leiden. Eiseres heeft de stelling van Scildon dat een dergelijke garantie niet kan worden herverzekerd omdat het bedrag van de garantie en de looptijd niet vaststaan, niet gemotiveerd weersproken.
Rechtbank Midden-Nederland, 18-01-2023