Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.569 resultaten

Rechtspraak

PR 2023-0149

Uitsluiting van pensioenverevening in echtscheidingsconvenant niet onaanvaardbaar

Partijen zijn in 2003 in gemeenschap van goederen gehuwd en in 2019 gescheiden. In deze procedure gaat het om de vraag of de man bij het vaststellen van de verdeling van de gemeenschap in het echtscheidingsconvenant de saldi van een depositorekening en een beleggingsrekening bewust heeft verzwegen, bewust een te laag saldo van de (wel) in het convenant genoemde spaarrekening van partijen heeft opgegeven en om de vraag of de vrouw door de opgenomen verdeling in het echtscheidingsconvenant voor meer dan een vierde is benadeeld. Ook wil de vrouw alsnog een verevening van het door de man opgebouwde ouderdomspensioen. Het hof oordeelt dat de man de spaarrekening niet heeft verzwegen maar de saldi van zowel de beleggingsrekening als de depositorekening wel. Hij heeft het volledige saldi van beide rekeningen verbeurd aan de vrouw conform het echtscheidingsconvenant. Ze is niet voor meer dan een kwart benadeeld zodat het convenant niet vernietigd is. In het convenant staat dat de opgebouwde pensioenrechten niet worden verevend. De uitsluiting van pensioenverevening was in de gegeven omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Voor risico van de vrouw komt dat zij heeft nagelaten de mediator uitdrukkelijk te bevragen wat het afzien van pensioenverevening voor haar betekende, terwijl dit wel op haar weg had gelegen.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 04-07-2023

Rechtspraak

PR 2023-0145

Echtscheidingsgeschil over verdeling huwelijksvermogen; verevening over in Duitsland opgebouwd pensioen

Echtscheidingsgeschil. Bij tussenbeschikking heeft het hof overwogen dat de omstandigheid dat beide partijen van mening zijn dat aan de formele vereisten is voldaan voor de aanwijzing van Duits recht als toepasselijk recht ten aanzien van het pand aan de [adres 2] te [plaats 2], in Duitsland, niet wegneemt dat het hof gehouden is ambtshalve de formele rechtsgeldigheid van de notariële akte te toetsen en dat het hof in hetgeen partijen hebben aangevoerd dan ook geen aanleiding ziet om af te zien van het voornemen om advies te vragen aan een deskundige. Het hof legt de vraag voor aan de deskundige. Ten aanzien van de overige geschilpunten overweegt het hof dat over het door de man in Duitsland opgebouwde pensioen eerder is beslist dat de vrouw ingevolge de WVPS jegens de man aanspraak kan maken op een aandeel in het door hem gedurende de periode 3 oktober 2013 tot 9 juni 2016 opgebouwde pensioen in het Duitse pensioenfonds voor tandartsen. Uit de berekening blijkt dat het aandeel van de vrouw in het pensioen van de man, voor zover opgebouwd gedurende voormelde periode, € 202,18 per maand bedraagt. Het hof zal bepalen dat de man dit bedrag, te vermeerderen met de daarop van toepassing zijnde indexatie, aan de vrouw dient te voldoen met ingang van de datum waarop hij een pensioenuitkering van het Duitse pensioenfonds VZN zal ontvangen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 27-02-2020