Update
Beste lezers,
Welkom bij Pensioenrecht Updates, jaargang 5, editie 6. Daarin vindt u een overzicht van vijftien in juni 2022 gepubliceerde uitspraken over pensioen. U kunt hier klikken om de pdf vanaf de website te downloaden.
Pensioenrechtspraak voor u geselecteerd
In de Pensioenrecht Updates vindt u een selectie van de belangrijkste rechtspraak over de arbeidsvoorwaarde pensioen. Op die manier bent u altijd op de hoogte van relevante rechtspraak over pensioen.
Uitspraken van de maand
Buffers pensioenfondsen niet in strijd met Europees recht (PR 2022-0131)
Het Hof Den Haag bevestigde dat de buffereisen uit de Nederlandse Pensioenwet niet in strijd zijn met de Europese pensioenfondsenrichtlijn. Ouderenorganisatie KBO en Stichting Pensioenbehoud betoogden dat de zogenoemde buffervereisten die in Nederland voor alle pensioenfondsen gelden niet zouden moeten gelden omdat de pensioenfondsen geen zogenoemde biometrische risico’s verzekeren. Zonder buffervereisten kan er sneller worden geïndexeerd. De rechtbank had de vordering van Pensioenbehoud c.s. eerder afgewezen (ECLI:NL:RBDHA:2021,944, PR 2021-0035). Het hof oordeelt in dit arrest dat de bezwaren van Pensioenbehoud c.s. tegen het vonnis niet terecht zijn. De Nederlandse pensioenfondsen verzekeren biometrische risico’s. In de Nederlandse (pensioen)wetgeving zijn daarom terecht op grond van de Europese Richtlijn buffervereisten gesteld (ECLI:NL:GHDHA:2022:1002).
Prejudiciële vragen over verjaring premievordering bedrijfstakpensioenfonds (PR 2022-0133)
Het Hof Den Bosch oordeelde in een werkingssfeergeschil over de vraag of Kingspan, een onderneming die isolerende (sandwich)panelen voor daken en gevels maakt, onder bpf handel in bouwmaterialen (Bpf Hibin) viel. Het hof oordeelde dat de werkgever onder de werkingssfeer valt. Voor de praktijk relevant is dat het hof aankondigde prejudiciële vragen te willen stellen aan de Hoge Raad over de vraag onder welke omstandigheden de premievordering van het bedrijfstakpensioenfonds verjaard is (ECLI:NL:GHSHE:2022:1849).
Betalingsonmacht bewijzen ter voorkoming bestuurdersaansprakelijkheid (PR 2022-0136 en PR 2022-0139)
Deze maand waren er twee uitspraken over de aansprakelijkheid van bestuurders voor achterstallige pensioenpremies bij verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Eind vorig jaar verliet de Hoge Raad de strikte lijn in de lagere rechtspraak van een schriftelijke melding via een voorgeschreven formulier aan het bedrijfstakpensioenfonds (ECLI:NL:HR:2021:1976, PR 2022-001). Beslissend is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis van de melding in staat is om zich een redelijk oordeel te vormen over de oorzaken van de betalingsonmacht zodat het zich kan beraden over de opstelling jegens de rechtspersoon. Deze nieuwe lijn leidt tot nieuwe rechtspraak wanneer sprake is van een rechtsgeldige melding betalingsonmacht (ECLI:NL:RBZWB:2022:2966) en bewijslevering (ECLI:NL:RBZWB:2021:6982).
Uitspraken, vragen of opmerkingen zijn welkom
De redactie ontvangt graag niet op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken en vragen of opmerkingen over deze nieuwsbrief. U kunt mailen naar pr-updates@budh.nl.
Tot de volgende update.
Mark Heemskerk
Hoogleraar pensioenrecht Radboud Universiteit Nijmegen
Advocaat-partner held (www.heldlaw.nl)
Raadsheer-plaatsvervanger Hof Den Bosch
e-mail: mark@heldlaw.nl / m.heemskerk@jur.ru.nl
Hof
- Gerechtshof Den Haag Deze zaak gaat over de vraag of een specifiek onderdeel van de Nederlandse pensioenwetgeving in strijd is met een Europese Richtlijn (de IORP II-richtlijn/Pensioenfondsrichtlijn). Pensioenbehoud c.s. vinden dat de zogenoemde buffervereisten die in Nederland voor alle pensioenfondsen gelden niet zouden moeten gelden omdat de pensioenfondsen geen zogenoemde biometrische risico’s verzekeren. De rechtbank heeft de vordering van Pensioenbehoud c.s. afgewezen. Het hof oordeelt in dit arrest dat de bezwaren van Pensioenbehoud c.s. tegen het vonnis niet terecht zijn. De Nederlandse pensioenfondsen verzekeren wel degelijk zogenoemde biometrische risico’s en in de Nederlandse wetgeving zijn daarom terecht op grond van de Europese Richtlijn buffervereisten gesteld. 21-06-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na echtscheiding in 2018 ontstaat er een geschil of het tijdens het huwelijk opgebouwd pensioen van de vrouw moet worden verevend. In de huwelijkse voorwaarden staat dat zal worden verevend conform de WVPS. In het echtscheidingsconvenant heeft de vrouw afgezien van het (DGA-)pensioen van de man. Ten aanzien van het pensioen van de vrouw is wettelijke verevening afgesproken met uitzondering van twee genoemde pensioendelen. Het geschil concentreert zich op de zes door de vrouw opgebouwde kleine pensioenen, die zijn afgekocht. Het hof oordeelt net als de rechtbank dat deze pensioenen niet verevend hoeven te worden. 14-06-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Geschil over vraag of Kingspan, een onderneming die isolerende (sandwich)panelen voor daken en gevels maakt, onder bpf handel in bouwmaterialen valt. Het hof oordeelt dat de werkgever onder de werkingssfeer valt. Het hof is voornemens om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad over de vraag of de premievordering van het bedrijfstakpensioenfonds verjaard is. 14-06-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Geschil na echtscheiding over verevening van het pensioen in eigen beheer en de lijfrente. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen over de verevening van pensioen en de afwikkeling van lijfrentes. De WVPS biedt geen grondslag om de vrouw de helft van de lijfrente-aanspraken toe te kennen. Het pensioen in eigen beheer moet worden verevend en afgestort volgens de commerciële waarde. Het hof bekrachtigt de vonnissen. 14-06-2022
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Geschil over de vraag of een onderneming valt onder de werkingssfeer van Bpf Reisbranche. Hader is geen (online) reisagent in de zin dat dat zij in hoofdzaak (meer dan 50% van de loonsom) het bedrijf van reisorganisator en/of reisagent uitoefent of in (een van) de jaren 2014 tot en met 2020 heeft uitgeoefend. Hader is dus niet verplicht deel te nemen aan het bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche en hoeft geen pensioenpremies af te dragen aan Bpf Reisbranche. Het uitgevaardigde dwangbevel kan geen stand houden. 23-06-2022
- Rechtbank Den Haag Werkneemster verzoekt om door te werken na haar pensioenleeftijd van 66 jaar en 4 maanden. Werkgever (de Staat) wijst dit verzoek af. Geschillencommissie Rijk oordeelde dat werkgever niet in strijd met Cao Rijk heeft gehandeld. Binnen het ministerie geldt een handreiking waarin staat dat in het SGO is afgesproken soepel om te gaan met verzoeken van medewerkers die geraakt worden door het Pensioenakkoord. In deze overgangsregeling is een arbitraire lijn getrokken per 1 januari 2022, met dien verstande dat werknemers wier aanvankelijke AOW-gerechtigde leeftijd zou vallen na 1 januari 2022, voor de periode na 1 januari 2022 niet meer kunnen rekenen op een soepele opstelling met betrekking tot hun verzoeken om door te werken. In het voorliggende geval had de Staat op grond van de Handreiking werkneemster moeten toestaan door te werken tot 1 januari 2022, in plaats van tot 23 november 2021. 17-05-2022
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Geschil over bestuurdersaansprakelijkheid voor achterstallige pensioenpremies bij verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. Verzet van bestuurder tegen een dwangbevel van het pensioenfonds. De rechtbank oordeelt dat de op 23 juni 2015 namens de bv’s ingediende stukken bij het pensioenfonds horeca en catering (PHC) met betrekking tot de financiële situatie van de bv’s en het crediteurenakkoord gelijkgesteld kunnen worden aan een melding van betalingsonmacht. Deze stukken zijn aan PHC toegezonden en voldoende specifiek omtrent de reden van de betalingsonmacht. De berichtgeving over de financiële situatie van de onderneming wordt gelijkgesteld aan een melding betalingsonmacht aan het pensioenfonds. Het wettelijk vermoeden gaat niet op. Voor het overige is onvoldoende onderbouwd dat sprake is van onbehoorlijk bestuur. 11-05-2022
- Rechtbank Den Haag Aegon keerde pensioen uit aan deelnemer en na diens overlijden in 2011 aan zijn echtgenote. Na haar overlijden op 5 oktober 2016 zijn de pensioenuitkeringen voortgezet tot medio 2019. Aegon stelt een vordering in voor die doorbetaalde pensioenen jegens erfgenamen, woonachtig in VS. De rechtbank oordeelt dat zij geen rechtsmacht heeft en dat zij onbevoegd is te oordelen. 04-05-2022
- Rechtbank Midden-Nederland De rechtbank spreekt de echtscheiding uit tussen partijen. De huwelijksvermogensrechtelijke afwikkeling wordt bepaald aan de hand van de huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding. De rechtbank stelt eveneens de partneralimentatie vast. Daarnaast bepaalt de rechtbank dat de vrouw conform de huwelijkse voorwaarden gehouden is mee te werken aan conversie van het pensioen. 25-04-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Geschil tussen vakbonden en NS over de uitleg van een drietal bepalingen uit de NS-cao: hoogte van de ontslaguitkering, aftoppingsregeling en pensioenopbouw na ontslag. De voorzieningenrechter oordeelt dat bij de berekening van de transitievergoeding de ouderenregeling van artikel 7:673a lid 1 (oud) BW moet worden meegenomen omdat die op 1 juli 2015 nu eenmaal onderdeel uitmaakte van de wettelijke regeling waarbij in het sociaal plan is aangehaakt. De ontslaguitkering hoeft hierbij niet te worden ‘gefixeerd’ op de hoogte van de transitievergoeding die het op 1 juli 2015 had. Ook de loonontwikkeling en diensttijd vanaf die datum moeten worden meegenomen. Gelet op de strekking van aftoppingsregelingen, om een vergelijking te maken van de daadwerkelijke inkomenspositie tussen ontslag en AOW met een fictieve waarin het ontslag wordt weggedacht, moet ook een PAWW-uitkering geacht worden te behoren tot de ‘sociale uitkeringen’ die een (gewezen) werknemer tussen de beëindiging van het dienstverband en het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geniet. Er is geen verplichting om de pensioenopbouw na ontslag en tijdens WW voort te zetten. 23-03-2022
- Rechtbank Oost-Brabant Werkzaamheden van de onderneming Hader zijn, waar het gaat om toeleverancier Prijsvrij, aan te merken als die van reisagent als bedoeld in verplichtstellingsbesluit bedrijfstakpensioenfonds. Voor de vraag of werkgever onder de werkingssfeer valt, dient ook aan het hoofdzaakcriterium te worden getoetst. De rechtbank houdt de zaak aan voor nemen akte en antwoordakte zodat meer duidelijkheid kan worden geboden. 18-11-2021
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Geschil over bestuurdersaansprakelijkheid voor pensioenpremies aan pensioenfonds horeca en catering. De rechtbank oordeelt dat de (voormalig) bestuurder de gestelde melding betalingsonmacht dient te bewijzen. Daartoe krijgt hij de gelegenheid via een bewijsopdracht. 25-08-2021
Centrale Raad van Beroep
Antillen
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Geschil over ontslagvergoeding na beëindiging met wederzijds goedvinden op Curaçao. Werkneemster heeft arbeidsongeschiktheidspensioen. Gerecht oordeelt dat werkgever toezegging heeft gedaan om ontslaguitkering (cessantia) te betalen en dat hij daaraan wordt gehouden. Cessantialandsverordening verzet zich niet tegen uitbetaling cessantia naast arbeidsongeschiktheidspensioen. 30-05-2022
- Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten Geschil tussen vakbond en telecommaatschappij op Sint Maarten over eenzijdige opzegging van een met haar gesloten Savings Plan . Telecommaatschappij beëindigt met de vakbond overeengekomen Savings Plan eenzijdig. Het Gerecht verklaart voor recht dat SMTOC het Savings Plan niet zonder toestemming van de vakbond mocht stopzetten en dat zij hierdoor onrechtmatig jegens de vakbond heeft gehandeld en veroordeelt SMTOC het Savings Plan met terugwerkende kracht vanaf februari 2021 te herstellen. 22-03-2022